Tijdens mijn laatste inkoopdag bij BirGem in Schoonhoven viel ik als een blok voor een prachtige gele granaat: een Mali-granaat. Zoals u misschien wel weet, heb ik een enorme voorliefde voor toermalijn.
En terwijl ik die dag bij BirGem diverse edelstenen aan het bekijken was (en dus ook een partij toermalijnen), zei ik tegen een van de medewerkers dat ik “die gele toermalijn” ook mee ging nemen. Waarop hij heel voorzichtig antwoordde: “Eh, Sarah… dat is een granaat.”
Tot mijn blije verrassing was mijn oud-docent drs. George Hamel, FGA, op dat moment ook aanwezig. Ik vroeg hem of hij me wat meer kon uitleggen over deze groep edelstenen — en boy oh boy, dat werd een spoedcursus granaat!
En ja, ik geef het toe: ik heb een soort oogkleppen op. Toermalijn is en blijft mijn ‘zwakte’. Maar door het mooie verhaal en het aanstekelijke enthousiasme van Meneer Hamel ging er toch een nieuw lampje branden.
(En ondanks de fijne band die ik heb met Bir en het team van BirGem, blijft het vreemd om Meneer Hamel gewoon ‘Sjors’ te noemen. Door het aanzien en de enorme kennis die hij heeft, voelt dat simpelweg niet gepast. Hij was immers mijn docent edelsteenkunde aan de Vakschool Schoonhoven en is een behoorlijk begrip in onze branche.)
Enfin, ik ging dus naar huis met een aantal prachtige toermalijnen (maar natuurlijk), maar ook met een aantal schitterende edelstenen uit de granaatgroep. En thuis bedacht ik me: hier moet ik iets over schrijven.
Want de granaat edelsteen is zóveel meer dan dat klassieke collier. U kent het vast wel, zo’n meer-rijige collier die u misschien van uw moeder of oma heeft geërfd.
De granaatgroep: één familie, vele kleuren
De granaat behoort tot een groep van verschillende soorten gekleurde edelstenen met een vergelijkbare kristalstructuur en chemische samenstelling. Binnen die groep bestaan zes hoofdsoorten, elk met hun eigen kleur, samenstelling en karakter.
Die verwantschap zorgt voor een indrukwekkende variatie aan tinten: van vuurrood tot helder groen, en van zacht oranje tot paarsroze.
De naam ‘granaat’ komt van het Latijnse granatus, wat ‘korrel’ of ‘zaadje’ betekent (wat ik overigens weer heel goed vind passen bij mijn granules!). Dat verwijst naar de ronde kristalvormen waarin deze edelstenen vaak voorkomen.
Veel mensen denken bij granaat direct aan donkerrode stenen, zoals de klassieke colliers en ringen van vroeger. Maar dat is slechts één gezicht van deze veelzijdige familie.
De zes hoofdsoorten zijn:
Pyroop – de klassieke rode granaat die we vaak terugzien in antieke sieraden.
Almandien – iets donkerder van toon, met een dieper rood of paarsrood karakter.
Spessartien – warm oranje tot oranjebruin; ook wel mandarijngranaat genoemd.
Grossulaar – varieert van kleurloos tot groen; de intens smaragdgroene tsavoriet is hiervan de bekendste variëteit.
Andradiet – vooral groen of geelgroen; demantoiet is de zeldzaamste en meest sprankelende variant met een diamantachtige schittering.
Uvaroviet – zeldzaam en felgroen, vaak te klein om te slijpen, maar prachtig als natuurlijke cluster.
Veel granaten zijn mengvormen van twee hoofdsoorten. Bekende voorbeelden zijn rhodoliet (een mengvorm van pyroop en almandien, met een paarsroze tot rode kleur), Malaya-granaat (tussen pyroop en spessartien, vaak oranje-roze) en Mali-granaat (tussen grossulaar en andradiet, meestal geelgroen van kleur).
Er ontstaat vaak verwarring tussen de twee groene granaten: tsavoriet en demantoiet. Ze lijken qua kleur op elkaar, maar verschillen in samenstelling. Tsavoriet is een groene variant van grossulaar, terwijl demantoiet een groene variant is van andradiet.
Demantoiet is iets zachter, maar schittert sterker. Hij heeft een hogere brekingsindex (Wanneer licht een edelsteen binnengaat, verandert het van richting. Hoe sterk dat gebeurt, noemen we de brekingsindex. Hoe hoger de brekingsindex, hoe meer schittering een steen laat zien) en meer dispersie, wat zorgt voor dat sprankelende ‘diamantachtige’ effect. Tsavoriet is iets harder en daardoor beter geschikt voor dagelijks dragen.
De charme van paarse granaat
Een van mijn persoonlijke favorieten binnen deze familie is de paarse granaat — een mengvorm van pyroop en almandien die in Mozambique wordt gevonden.
Wat deze variant bijzonder maakt, is dat de kleur niet zomaar rood of roze is, maar een diepe, fluweelachtige paarstint met een subtiele gloed. In gewoon daglicht lijkt ze soms wijnrood, maar onder kunstlicht verschijnt er een sprankje paarsblauw.
Volgens de GIA ontstaat deze specifieke tint doordat in het mineraal kleine hoeveelheden elementen als magnesium en ijzer op een unieke manier met elkaar mengen. Simpel gezegd: de natuur maakt haar eigen kleurenpalet, en de kleinste verschillen in samenstelling zorgen voor totaal andere nuances.
Voor wie houdt van edelstenen met karakter: paarse granaat heeft iets mysterieus en tegelijk elegants. Ze straalt warmte uit, maar oogt verfijnd. Daardoor is ze perfect in sieraden die nét dat beetje diepte en gelaagdheid mogen hebben. En ze is weer heel anders dan de kleur paars die we kennen van amethist.
Mijn favorieten uit de granaatfamilie
In mijn atelier werk ik voornamelijk met rhodoliet en tsavoriet, en daarnaast heb ik ook een Malaya-granaat en een gele Mali-granaat in mijn collectie.
Rhodoliet heeft die bijzondere paars-roze gloed die zo mooi combineert met goud. Tsavoriet is juist levendig groen met een ongelooflijke helderheid. En de Mali-granaat — de ‘verrassing van de dag’ bij BirGem — bleek een echte blikvanger met haar warme, gouden glans.
Granaat is voor mij sinds die dag bij BirGem toch een edelsteen geworden met karakter én veelzijdigheid. Een steen die laat zien hoe rijk de natuur is in kleur en vorm.
En eerlijk is eerlijk: dankzij die ene gele granaat kijk ik nu met heel andere ogen naar deze eeuwenoude, maar springlevende edelsteengroep. Zo zie je maar weer: ik zit al sinds 2000 in dit vak, maar je blijft leren. En dat is misschien wel het mooiste aan dit ambacht.
Wist u dat…
…de kwaliteit van de granaat vooral wordt bepaald door kleur en helderheid? De mooiste granaten hebben een levendige tint — niet te donker en niet te licht.
Bij groene varianten, zoals tsavoriet en demantoiet, speelt dat extra mee: hoe frisser het groen, hoe meer de steen tot leven komt.
Demantoiet heeft bovendien vaak zogeheten horse-tail-insluitsels: fijne, vezelachtige lijntjes die waaierachtig vanuit het hart van de steen lopen. En bijzonder genoeg: deze insluitsels verlagen de waarde niet, maar verhogen die juist. Ze zijn kenmerkend voor natuurlijke demantoiet van hoge kwaliteit en worden gezien als teken van echtheid én schoonheid.
Ook de slijpvorm maakt verschil. Donkere granaten worden vaak wat ondieper geslepen om de kleur lichter te laten lijken. Lichtere worden juist iets dieper geslepen voor extra intensiteit. En bij grotere exemplaren — boven de vijf karaat — neemt de zeldzaamheid én de waarde snel toe, zeker bij tsavoriet, demantoiet en rhodoliet.
Tot slot
Bent u benieuwd naar de sieraden waarin ik met granaat werk — van de warme gloed van rhodoliet tot het sprankelende groen van tsavoriet of het zonnige geel van Mali-granaat? Neem gerust contact met me op of bekijk meer over de edelstenen waarmee ik werk op de edelstenen en parel-pagina.