Edelsteenkunde – Begrippen uitgelegd

In mijn werk gebruik ik regelmatig termen die afkomstig zijn uit de edelsteenkunde.
Op deze pagina leg ik ze op een eenvoudige manier uit, zodat u beter begrijpt waar ik het over heb in mijn blogs en bij de beschrijvingen van mijn sieraden.

De 4 C’s

Wanneer de kwaliteit van edelstenen wordt beoordeeld, wordt vaak gesproken over de vier C’s: Cut, Colour, Clarity en Carat.
Deze vier eigenschappen vertellen veel over de kwaliteit en uitstraling van een edelsteen.

Cut (slijpvorm)
De manier waarop een edelsteen is geslepen en gepolijst. De slijpvorm bepaalt hoe het licht in de steen weerkaatst en hoeveel schittering u ziet.

Colour (kleur)
De tint, intensiteit en gelijkmatigheid van de kleur. Bij veel edelstenen maakt juist die kleur ze zo herkenbaar en geliefd.

Clarity (helderheid)
De mate waarin een edelsteen vrij is van insluitsels of kleine oneffenheden. Sommige edelstenen zijn volledig helder, andere bevatten natuurlijke insluitsels die iets vertellen over hun oorsprong of vorming. Beide zijn volkomen normaal en zeggen iets over de unieke herkomst van de steen.

Carat (karaatgewicht)
Het gewicht van een edelsteen. Eén karaat staat gelijk aan 0,2 gram.
Vroeger wogen handelaars edelstenen met een balansweegschaal, waarbij ze de zaadjes van de Johannesbroodboom gebruikten als vergelijkingsmaat. Die zaden wogen opvallend vaak evenveel, waardoor ze ideaal waren als natuurlijke standaard. Het gemiddelde gewicht – ongeveer 0,2 gram per zaadje – werd later vastgelegd als één karaat.

Over optische eigenschappen

Glans
De manier waarop het oppervlak van een edelsteen het licht terugkaatst. Denk aan glasglans, zijdeglans of metaalglans. Elke edelsteen en parel heeft zijn eigen glans.

Brekingsindex
Wanneer licht een edelsteen binnengaat, verandert het van richting. Hoe sterk dat gebeurt, noemen we de brekingsindex. Hoe hoger de brekingsindex, hoe meer schittering een steen laat zien. U kunt het vergelijken met een rietje in een glas water: het lijkt opeens ‘gebroken’ of verschoven, omdat het licht van richting verandert zodra het het water binnengaat.

Dispersie
Dispersie betekent dat wit licht uiteenvalt in regenboogkleuren. Dat ziet u vooral bij diamant, waar het licht in flitsjes van rood, blauw en geel ‘danst’. Het zorgt voor dat onweerstaanbare ‘ekster-effect’ dat ons al eeuwen betovert.

Transparantie
Transparantie geeft aan hoeveel licht een edelsteen doorlaat – van helemaal doorzichtig tot volledig ondoorzichtig. Een diamant of toermalijn is bijvoorbeeld transparant, een maansteen halfdoorzichtig (ook wel doorschijnend genoemd) en een lapis lazuli helemaal ondoorzichtig.

Dubbelbreking
Bij sommige edelstenen, zoals toermalijn, wordt het licht in twee richtingen gesplitst. Daardoor lijkt de steen extra levendig.

Over structuur en samenstelling

Kristalstructuur
Elke edelsteen is opgebouwd uit kleine bouwstenen: atomen. De manier waarop die atomen gerangschikt zijn, noemen we de kristalstructuur. U kunt het zien als een soort herhalend patroon, zoals de bakstenen in een zorgvuldig gemetselde muur.
Bijvoorbeeld: diamant en grafiet bestaan allebei uit koolstof, maar de atomen zitten heel anders gerangschikt. Daardoor is diamant keihard, terwijl grafiet juist zacht en zwart is.

Chemische samenstelling
Wat er letterlijk in een edelsteen zit. Net als bij een recept bestaat elke edelsteen uit specifieke ‘ingrediënten’. Zo bestaat robijn uit aluminium en zuurstof, met een beetje chroom dat zorgt voor de rode kleur.

Kristalvormen
De natuurlijke vorm waarin een edelsteen groeit. Dat kan bijvoorbeeld kubusvormig, zeshoekig of langgerekt zijn.
U hebt het vast wel eens gezien in een edelstenen- of mineralenwinkel: die ruwe ‘brokstukken’ met rechte vlakken of spits toelopende punten. Dat zijn kristallen in hun natuurlijke vorm, nog voordat ze worden geslepen of gepolijst.

Natuurlijke cluster
Wanneer meerdere kristallen samen aan elkaar groeien, noemen we dat een cluster. U kunt het zien als een groepje kristallen die uit één ‘wortel’ of basis omhoog groeien, vaak in verschillende richtingen. Bij kwartsen of amethist ziet u dat goed: tientallen kleine kristalpunten die samen één geheel vormen – als bloemen die uit dezelfde stengel groeien.

Hardheid
Geeft aan hoe goed een edelsteen bestand is tegen krassen. Dit wordt gemeten op de schaal van Mohs, die loopt van 1 (heel zacht) tot 10 (de hardste).

Ter vergelijking:

  • Talk heeft een hardheid van 1

  • Maansteen rond 6

  • Saffier 9

  • Diamant 10

Hoe hoger het getal, hoe beter de steen bestand is tegen krassen.
Een saffier is dus hard genoeg voor dagelijks dragen, terwijl een maansteen wat gevoeliger is en meer zorg vraagt.

Splijting
De neiging van een edelsteen om in bepaalde richtingen te breken. Dat heeft te maken met hoe de atomen in de steen zijn gerangschikt: langs die natuurlijke lijnen kan een steen gemakkelijker splijten. Niet elke edelsteen heeft een duidelijke splijting, maar bij sommige – zoals topaas of diamant – is dat goed te zien. Daarom moeten slijpers bij zulke stenen extra precies werken, want één verkeerde slag kan de steen in tweeën doen breken.

Breuk
De manier waarop een edelsteen breekt als hij niet langs zijn natuurlijke splijtrichting gaat. Waar splijting netjes langs rechte lijnen verloopt, is breuk juist grilliger en minder voorspelbaar. (en een beetje de ‘angst’ van elke goudsmid die een edelsteen aan het zetten is. een verkeerde handeling en de edelsteen breekt…). Kwarts heeft bijvoorbeeld geen splijting en breekt met gladde, ronde vormen – dat heet een schelpbreuk. U kunt het vergelijken met hoe een stuk glas breekt: glad, maar met licht gebogen lijnen.

Insluitsels
Kleine oneffenheden of natuurlijke sporen in een edelsteen. Soms zijn ze juist prachtig om te zien: een minuscule wereld die iets vertelt over hoe en waar de steen is gevormd. Voor edelsteenkundigen zijn insluitsels vaak als vingerafdrukken – uniek en herkenbaar. Ze kunnen iets zeggen over de herkomst van de steen, of juist bevestigen dat hij natuurlijk is. En soms maken ze een edelsteen alleen maar boeiender.

Over herkomst en behandeling

Natuurlijke edelsteen
Een natuurlijke edelsteen is in de natuur ontstaan, zonder tussenkomst van de mens. Die vorming kan miljoenen jaren duren, diep in de aarde onder hoge druk en temperatuur, of juist aan het oppervlak door afkoeling van mineralen. Geen enkele natuurlijke edelsteen is precies hetzelfde: kleine verschillen in kleur, insluitsels of groeiomstandigheden maken elke steen karakteristiek en dragen bij aan zijn eigen uitstraling.

Lab-grown diamant
Een lab-grown diamant is een diamant die niet diep in de aarde is gevormd, maar in een laboratorium. Daar worden de natuurlijke omstandigheden nagebootst: hoge druk en temperatuur laten koolstof kristalliseren tot diamant. De chemische samenstelling, hardheid en schittering zijn exact gelijk aan die van een natuurlijke diamant. Alleen gespecialiseerde laboratoria kunnen (helaas) het verschil vaststellen.

Synthetische edelstenen
Synthetische edelstenen worden ook in een laboratorium gemaakt, maar niet altijd op precies dezelfde manier of met dezelfde eigenschappen als hun natuurlijke tegenhanger. Ze kunnen ontwikkeld zijn om een bepaalde kleur te versterken of een zeldzame edelsteen na te bootsen. In de edelsteenkunde verwijst het woord ‘synthetisch’ naar de manier waarop de steen is ontstaan, niet naar de kwaliteit – maar een natuurlijke edelsteen behoudt altijd zijn unieke karakter en insluitsels.

Behandeling
Sommige edelstenen worden verhit of met olie behandeld om hun kleur of helderheid te verbeteren. Dat is gebruikelijk, maar hoort altijd vermeld te worden.

FGA (Fellow of the Gemmological Association of Great Britain)

FGA is een internationaal erkende titel voor edelsteenkundigen die de opleiding van de Gemmological Association of Great Britain (Gem-A) hebben afgerond.

Deze opleiding gaat diep in op de eigenschappen, herkenning en beoordeling van edelstenen. Daardoor weten FGA-gekwalificeerde edelsteenkundigen precies hoe ze de kwaliteit en echtheid van stenen moeten beoordelen.

Kort gezegd: iemand met een FGA-titel is een echte kenner die precies weet wat er in een edelsteen schuilgaat.

Mist u termen of heeft u vragen?

Dan hoor ik dat natuurlijk graag. Deze lijst groeit stap voor stap mee met de blogs en met wat ik in het atelier tegenkom. Daarom kan het zijn dat er steeds nieuwe begrippen bijkomen.

Geen zorgen: ik hou het graag begrijpelijk – edelsteenkunde hoeft tenslotte niet ingewikkelder te klinken dan nodig is.

Heeft u een vraag of wilt u iets toevoegen?
Neem gerust contact op via mijn contactpagina.