In mijn atelier hoor ik ze vaak voorbijkomen: “Wat zijn dat, die dotjes?”, “Zijn het korreltjes?”, en mijn persoonlijke favoriet: “Het lijkt wel discodip!”
En eerlijk? Ik moet daar altijd een beetje om glimlachen. Want die kleine bolletjes – granules dus – zijn inmiddels onlosmakelijk verbonden met mijn werk. Maar wat zijn het nou écht? En waar komt deze techniek vandaan?

Wat zijn granules?

Granules zijn kleine, ronde bolletjes van edelmetaal. Ze worden al duizenden jaren gebruikt in sieraden – met name in de Etruskische, Romeinse en Georgische goudsmeedkunst. De oorspronkelijke techniek heet granulatie, en het is een verfijnd ambacht waarbij de bolletjes op het oppervlak van een sieraad worden gesmolten of vastgesmolten, vaak in sierlijke en symmetrische patronen.

De oudste voorbeelden zijn letterlijk museumstukken: denk aan tiara’s, hangers en fibula’s uit het oude Georgië of het Middellandse Zeegebied, waar de granules in mathematische precisie op rijen en cirkels zijn aangebracht. Oogverblindend mooi – en indrukwekkend qua techniek.

Hoe worden granules gemaakt?

De traditionele manier om granules te maken is behoorlijk tijdrovend. Kleine stukjes edelmetaal (vaak goud) worden op een kooltje of in een speciaal bakje verhit totdat ze smelten en door de oppervlaktespanning vanzelf bolvormig worden. Daarna worden ze gesorteerd op grootte – vaak met een zeef of met de hand – en één voor één aangebracht op het sieraad.

In de klassieke granulatie worden de bolletjes met een mengsel van organisch bindmiddel (zoals Arabische gom) en koperzouten op hun plek gehouden. Daarna wordt het stuk verhit, waardoor de bolletjes zich net aan het oppervlak hechten – zonder zichtbaar soldeer.

Van expositie tot eigen signatuur

Mijn liefde voor granules begon in 2010, bij de tentoonstelling ‘Goud uit Georgië’ in het Drents museum. Ik was toen een beginnend goudsmid, nog volop zoekende naar mijn eigen stijl. Gekleurde edelstenen speelden al een hoofdrol in mijn werk – daar is nooit een twijfel over geweest – maar ik miste nog iets wat mijn werk écht herkenbaar zou maken.

Die expositie raakte iets bij me. De kracht van iets kleins. De subtiliteit van herhaling. En vooral de manier waarop iets ogenschijnlijk simpels, als een bolletje goud, zoveel zeggingskracht kan hebben.

Daar begon mijn zoektocht. Niet naar perfectie of symmetrie, maar naar iets wat paste bij míjn manier van werken. En dus ging ik experimenteren met granules – maar dan op mijn eigen manier.

Gecontroleerde chaos

Wat mijn werk onderscheidt van de klassieke techniek, is dat ik de granules wél vast soldeer. En dat ik bewust níet kies voor geordende patronen. Geen wiskundige rijen of cirkels, maar een soort ‘gecontroleerde chaos’.

De granules in mijn werk lijken willekeurig geplaatst – maar dat zijn ze niet. Elke bol zit precies waar hij moet zitten. Soms als tegenwicht, soms als spanningspunt, soms als klein detail dat je pas bij het tweede kijken ontdekt.

Dat spel tussen structuur en losheid is wat ik zo waardevol vind. Het maakt mijn sieraden speels en tegelijkertijd herkenbaar.

Wanneer mensen zeggen: “Oh ja, dit is écht een Kobak”, dan komt dat vaak door die bolletjes. Mijn bolletjes.

Een tijd zonder bolletjes?

En toch… na jaren met granules gewerkt te hebben, kwam er een moment dat ik het zelf een beetje zat was. De uitdaging leek weg. Het werd voorspelbaar – en daar word ik onrustig van.

Ik wilde onderzoeken hoe ik de techniek kon vernieuwen, en dat bracht me bij een totaal ander idee: wat nou als ik de granules niet aan de buitenkant gebruik? Zo ontstond het eerste ontwerp voor de Inside Out-collectie, met granules aan de binnenkant van het ontwerp – als een verrassing voor degene die het sieraad draagt.

Dat experiment bracht me weer terug bij de essentie van mijn stijl. Want wat ik dacht ‘achter me te laten’, bleek juist onlosmakelijk met mijn werk verbonden. Het bracht me ook op ideeën voor sieraden als Summer Rose, waar de vertrouwde granules plaatsmaakten voor kleine diamanten. Niet om de techniek te verlaten, maar om te kijken wat het doet als je dezelfde opbouw gebruikt, maar met een ander materiaal.

De diamanten geven het sieraad een compleet ander effect: verrassend, subtiel sprankelend, maar met diezelfde gelaagdheid en beweging die ik in granules zo waardeer. En daar ben ik nu volop mee aan het experimenteren – het finetunen van wat ik mijn signatuur noem, zonder dat het ooit stilstaat.

Meer dan versiering

Voor mij zijn granules inmiddels meer dan decoratie. Ze zijn een handschrift geworden. Ik gebruik ze in ringen, oorbellen, hangers – soms subtiel, soms juist uitgesproken. En of het nu 14kt goud, 18kt, geelgoud of zilver is: granules voegen altijd iets toe. Iets tastbaars. Iets eigen.

En misschien is dat wel wat ik het mooiste vind aan deze techniek: dat ze, hoe oud ook, altijd opnieuw vorm kunnen krijgen.

Liefs,
Sarah