Ik stond bij mijn stand tijdens Juwelen aan de IJssel en keek hoe collega’s moeiteloos het gesprek aangingen met bezoekers. Een van mijn lieve collega goudsmeden werkt met beweging en verborgen boodschappen in haar sieraden (waanzinnig mooi werk) en zij had het zó in de vingers. Eén zin, en mensen bleven staan, luisterden, vroegen door.
En ik?
“Hallo… ik werk met granules. En gekleurde edelstenen, verwerkt in klassiek ogende sieraden.”
Tja. Punt. Zie je die bezoeker al kijken?
Maar eerlijk is eerlijk: dat ís wat ik doe. En daar zit een wereld van keuzes, ontwikkeling en liefde voor het vak achter.
Hoe ik mijn handschrift vond
In het begin van mijn carrière heb ik lang gezocht naar wat nou echt míjn stijl is. Wat maakt mijn werk van mij? Wat voelt natuurlijk, wat klopt bij wie ik ben?
Langzaam (met veel proberen, falen en vloeken) maar zeker vond ik de elementen die voor mij werken: een stevige, vaak klassieke basisring, met een voelbare textuur. En daarop – of daarin – mijn kenmerkende granules, die kleine bolletjes die stuk voor stuk met de hand worden aangebracht. Daarbij werk ik bijna altijd met kleur. Geen standaard witte diamant, maar toermalijn, saffier, spinel. Edelstenen die verrassen. Die spreken.
Dat zoeken heeft tijd gekost. Maar het was nodig om mijn eigen handschrift te ontwikkelen.
In mijn werk zit wie ik ben
Mijn werk wordt vaak omschreven als ‘klassiek met een twist’. En ja, dat klopt. Ik hou van degelijke vormen, van sieraden die generaties meegaan, maar dan wél met mijn eigen draai: kleur, textuur, compositie.
Diamant? Ja hoor, best mooi. Maar mijn hart gaat sneller kloppen van een roze diamant, een forest green variant, of een toermalijn met een onverwachte insluiting. Edelstenen met karakter.
En net zoals mijn sieraden een bepaalde rust uitstralen, geldt dat ook voor mijn uiterlijk. Ik ben geen uitgesproken modepersoon. Jeans, trui, sneakers (liefst Nike), haar in een knot – en ik ben klaar. Maar onder die rustige buitenkant zit een hoofd dat altijd ‘aan’ staat. Ik praat snel, denk vooruit, zie dingen gebeuren nog voor ze er zijn. En ik heb soms nét wat teveel haar op m’n tanden.
Misschien is dat ook precies waarom ik me zo aangetrokken voel tot de over-the-top creaties van modehuis Schiaparelli. Die uitgesproken vormen, die dramatiek, die lef – het spreekt tot iets in mij. Niet omdat ik het zelf wil maken, maar omdat het me uitdaagt. Het triggert me om met een frisse blik naar mijn eigen werk te kijken: wat kan puurder, spannender, rijker?
Collecties met karakter
In de loop der jaren zijn er verschillende collecties ontstaan, elk met hun eigen gezicht. En toch zijn ze allemaal herkenbaar als ‘mijn werk’.
De Elevance-collectie is ontstaan vanuit mijn liefde voor kleurcombinaties. Vroeger maakte ik veel ringen met drie edelstenen of parels samen in één ontwerp. Dat heb ik vertaald naar een collectie waarin die combinatie nog steeds mogelijk is, maar waarin je ook één ring solo kunt dragen. Mix & match, maar dan verfijnd.
De Sirius-collectie is mijn klassieke lijn. Brede, stevige ringen met een tijdloze uitstraling – maar dan wél met mijn handschrift: structuren, bolletjes, kleur. Ringen die met gemak een leven lang meegaan, en misschien nog een generatie daarna.
En dan is er M.I.N.D., mijn creatieve speeltuin. Daarin doe ik gewoon wat ik wil proberen. Iets nieuws, iets onverwachts, soms met granules, soms zonder. Het is mijn canvas, waar ik mag ontdekken.
Rustig kijken, op het juiste moment
Dus nee, ik heb nog steeds geen vaste openingszin voor bij mijn vitrines. Geen startklaar praatje. Wat ik wél heb, is een verhaal. En werk dat als eerst mag spreken.
Ik laat mensen graag gewoon even kijken. Stil blijven staan bij een ring, een lijn volgen met hun ogen, zich afvragen hoe iets gemaakt is. Als er een vraag komt, dan ben ik er. Want dat contact – dat gesprek – moet ook een beetje vanzelf ontstaan. Er moet een klik zijn, met het sieraad én met mij.
Iedereen in dit vak vindt zijn of haar eigen manier. Dit is de mijne.
En dat voelt precies goed.
Liefs, Sarah